Zeekanoën

Binnen de vereniging zijn een groot aantal “zeevaarders” die op het wad, de Dollard en ander groot water zoals het IJsselmeer varen. Het varen op groot water stelt speciale eisen aan de uitrusting, maar vooral ook aan de vaarder. De vaarder zal diverse technieken moeten beheersen zoals het uitvoeren van reddingen, goede vaartechniek, navigatie, etc.

Aangezien de veiligheid altijd voorop staat tijdens tochten op groot water, zal de tochtleider de volgende zaken in overweging moeten nemen: de groepsgrootte, de verhouding van meer ervaren- versus minder ervaren vaarders en is er ook deelname van een collega tochtleider, de weersverwachting, richting waaruit de wind waait . Bij twijfel kan en moet de tochtleider beslissen om (beginnende) zeevaarders af te zeggen.

Leden kunnen aan die tochten deelnemen, waarbij hun vaarniveau voldoende is voor de tochtzwaarte (vaarafstand en verwachte windkracht) en voor zover hun uitrusting aan de eisen voldoet (voor uitrustingseisen; zie blauwe gids).
Bij “verwachtte” windkracht 4 Bft en 5 Bft zal in eerste instantie de tocht doorgaan voor het hierboven beschreven groepsniveau. Indien doorgang geen optie is, zal geprobeerd worden om uit te wijken naar een alternatieve vaarbestemming. In dat geval wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met alle voor de tocht aangemelde leden.

Niveau-indeling zeevaarders

Globaal komt dat neer op onderstaande indeling:

Niveau 1

  • Sectieleden van niveau 1 hebben een behoorlijke algemene vaarconditie en ervaring op vlak water met tochten van 20 km of meer. Dit moet uiteraard recentelijk gevaren zijn, bijvoorbeeld tijdens de oefentochten in april.
  • Verder beschikt de niveau 1 vaarder over een behoorlijke vaartechniek op vlak water en een passieve punt-, peddel- en X-redding op vlak water of in het zwembad.
  • De uitrusting van kanokleding, kajak en toebehoren zijn conform de eisen zoals vermeld in het Huishoudelijk reglement.
  • De niveau 1 vaarder heeft de (vaar)conditie voor een dagafstand van 25 km.

Niveau 2

Sectieleden met een goede algemene (vaar)conditie worden ingedeeld in niveau 2, indien zij het volgende programma met voldoende resultaat hebben gevolgd:

  • Deelname in het vóórgaande kalenderjaar aan minstens 2 begeleide zee(dag/avond)tochten.
  • Voldoende resultaat laten zien in vaardigheden die een deel zijn van de eisen voor de NKB Zeevaardigheid (ZV-test) zoals efficiënte peddeltechniek, juist gebruik van variabele scheg, noodstops, 360 graden draaien, zijwaarts bewegen, achterstevenroer gebruik tijdens surfen, lage peddelsteun links en rechts, actieve en passieve punt-, peddel- en X-reddingen.
  • De uitrusting van kanokleding, kajak en toebehoren zijn conform de eisen van de NKB Zeevaardigheid plus sleeplijn (Zie het huishoudelijk reglement).
  • De niveau 2 vaarder heeft de (vaar)conditie voor een dagafstand van 35 km.

Niveau 3

  • Sectieleden van niveau 3 hebben met positief resultaat een NKB-test Zeevaardigheid afgelegd.
  • Deelname in het vóórgaande kalenderjaar aan minstens 2 begeleide tochten of anderszins hard kunnen maken aan de tochtleider dat het vereiste vaarniveau aanwezig is.
  • Ruime samenhangende kennis resp. vaardigheid van navigatie, navigatievraagstukken en –ervaring.
  • De uitrusting zoals niveau 2 (zoals sleeplijn) plus reservepeddel.
  • De niveau 3 vaarder heeft de (vaar)conditie voor een dagafstand van 45 km.

Voor de volledige eisen, zie de Zeesectie-regeling in het Huishoudelijk Reglement.